De Europese Unie en de ‘Viktator’ van Hongarije
De EU krijgt een keiharde middelvinger van de ‘Viktator’ van Hongarije. De Unie moet nu resolute actie ondernemen om haar legitimiteit te redden.
Vrijdag 15 maart 2013
“Je schaamt je altijd als je erachter komt dat je geen held bent, maar een sukkel, de eeuwige pineut van de geschiedenis.” Dit schreef Sándor Márai in zijn boek Land, land… Daarin beschrijft hij zijn herinneringen aan Hongarije tijdens de Duitse bezetting in 1944, de bevrijding van de Russen en de daaropvolgende communistische dictatuur.
Die zin bleef door mijn hoofd spoken toen ik tot mijn opluchting las dat diverse Europese parlementariërs, waaronder Guy Verhofstadt, leider van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, een oproep deden om de zorgwekkende situatie in Hongarije te bespreken tijdens de topontmoeting van de Europees Raad in Brussel.
Op maandag 11 maart nam het Hongaarse parlement een set omstreden constitutionele amendementen aan. De benodigde stemmen die de Fidesz partij nodig had werden met gemak behaald: 265 stemden voor, 11 tegen. 33 parlementsleden onthielden zich van een stem. Aangezien de Fidesz partij een tweederde meerderheid heeft in het Hongaarse parlement, is deze overwinning niet verbazingwekkend.
Het vierde amendement, waarvan diverse voorstellen eerder door het Constitutioneel Hof in Hongarije werden verworpen, staat bol van veranderingen die indruisen tegen fundamentele waarden van de Europese Unie. Een greep uit de talloze voorstellen: alleen de verbintenis tussen man en vrouw wordt expliciet erkend. Het parlement gaat bepalen of een religieuze gemeenschap ook de status krijgt van een officiële religie en hoeft haar keuze verder niet te verantwoorden.
Studenten zullen wel twee keer moeten gaan nadenken of ze studiefinanciering van de staat willen ontvangen, want dat zal ze verplichten om na hun afstuderen voor een vastgestelde periode in Hongarije te werken. Dakloosheid kan worden gecriminaliseerd om zodoende de “publieke orde, veiligheid, gezondheid en culturele waarden” te behouden. De uitzending van politieke campagnes zal voortaan worden beperkt tot de door de staat gecontroleerde media.
En misschien nog wel het zorgwekkendst: het mandaat van het Constitutioneel hof zal drastisch worden ingeperkt. Het hof, bijvoorbeeld, mag niet meer refereren aan haar eigen wetgeving van voor 1 januari 2012, de dag dat de nieuwe grondwet van kracht ging. Daarnaast zal het hof toekomstige amendementen niet meer mogen beoordelen op inhoud, maar slechts op procedurele gronden.
De Raad van Europa verzocht uitstel van de stemming over het amendement, en onder anderen Martin Schulz (President Europees Parlement) en Jose Manual Barrosso (President Europese Commissie), uitten hun zorgen.
Al eerder ontving Viktor Orbán, minister-president van Hongarije, kritiek vanuit Europa. Hij leek op bepaalde gebieden toe te geven aan de verzoeken van Europa, maar blijkbaar bevalt die positie hem niet. De ‘Viktator’ gaat gewoon door. Over de details van het amendement valt te discussiëren, maar een ding is duidelijk: dit document en haar aanname door het parlement zijn een keiharde middelvinger naar de Europese Unie. En Viktor Orbán lacht.
Nú is het tijd dat de Europese Unie resolute actie gaat ondernemen. Grote kans dat Orbán zijn neus ophaalt als Hongarije bijvoorbeeld in lijn met artikel zeven van het EU verdrag haar stemrecht wordt ontnomen. Hij schrijft veel liever zelf zijn geschiedenis.
Maar alleen al om de legitimiteit van de Unie te kunnen redden moet er nu iets gebeuren. Het omstreden amendement dat dreigt te worden doorgevoerd is helaas slechts een formele uiting van de vele zorgwekkende ontwikkelingen die zich op alle niveaus van de Hongaarse samenleving voordoen. Als de grens nu niet is bereikt, vraag ik mij sterk af wat de Europese Unie op dit gebied ooit nog zal kunnen betekenen: of de Unie liever als sukkel de geschiedenis in gaat, dan nu te laten zien waar zij voor staat.