De paradox van de Egyptische revolutie

 Door Osama Diab

De Egyptische revolutie was een geval van collectieve en spontane genialiteit. Maar dit succes in het verkopen van de opstand kwam op een prijs

Thursday 18 April 2013

Arabic version

Twee factoren versterkten de slagkracht van de Egyptische revolutie: ten eerste was men zich volledig bewust van de impact van de beelden die de wereld werden ingestuurd en besefte men hoe belangrijk deze waren in de perceptie van de gebeurtenissen.

Men was ervan overtuigd dat deze revolutie een rijke erfenis zou nalaten. Honderdduizenden mobiele telefoons en honderden professionele camera's registreerden elk lied, vlag, kwetsuur, dode, traan, lach, schot en gebed. De zoekopdracht ‘Egyptian ' levert op Google alleen al in het Engels negen miljoen beelden op. En dan hebben we het nog niet over het aantal zoekresultaten in andere talen.

Ten tweede was er de nood aan steun. Er was het verlangen te kunnen rekenen op de sympathie, de empathie, het inzicht en de erkenning van de hele wereld.

Om succesvol te zijn en sympathie op te wekken, moest de revolutie zich inpassen in de idealen die de westerse media propageren. Aangezien men dit besefte, was er geen tekort aan Engelstalige spandoeken op het Tahrirplein, klaar om door de camera's geregistreerd en doorgestuurd te worden.

Een van de meest bekende en centrale spandoeken op het Tahrirplein was “het volk wil de val van het regime”, het motto van de revolutie, zowel in het Arabisch als het Engels.

Een jongeman droeg een tweetalig bord waarop stond “Facebook tegen iedere tiran”, wat benadrukt dat het geschoolde, stedelijke Egyptenaren uit de middenklasse waren die deze opstand leidden. Betogers, de ene al wat vloeiender in het Engels dan de andere, waren enthousiast om de internationale media toe te spreken om de sympathie van de internationale gemeenschap te winnen.

“We zullen niet zwijgen, of je nu moslim, christen of atheist bent”, riep een salafistische manifestant in perfect Amerikaans Engels. Door het discours van de Westerse media over mensen die eruitzien als hem, is de jongeman het soort persoon naast wie men zich in een vliegtuig niet helemaal comfortabel zouvoelen. Het feit dat hij sprak zoals ‘wij' en ‘onze' warden deelde, bezorgde de Egyptische revolutie een gunstig imago.

“Dit is heel slecht, voor mij en mijn regering” roept een andere, oudere, man in zwaar gebroken Engels terwijl hij op weg is naar één van de meest dodelijke demonstraties, die van 28 januari 2011. “Ik heb geen eten, ik heb niets. Ik en mijn kinderen. Ik ga vandaag sterven!” Hoe kan iemand niet sympathiseren met deze ongewapende en niet-ideologische oude man, wiens enige ambitie is zichzelf en zijn kleine kinderen te kunnen voeden?

Dit is hoe een revolutie eruitziet in een tijdperk van geglobaliseerde media: de Egyptische revolutie moest de hele wereld, de media, politici, NGO's en burgers overtuigen. Men moest ter plaatse public relations en marketingcampagnes verzorgen en leren omgaan met de media die het Tahrirplein massaal inpalmden.

Eén van de belangrijkste en sterkste beelden van de revolutie was dat van koptische christenen die een menselijke cirkel vormden rond moslims om hen te beschermen tijdens het bidden. Beelden van vrouwelijke dokters die de gewonde betogers behandelden en video's van vreugdevolle liederen en humoristische spreekkoren hebben de harten en de geesten van miljoenen overal ter wereld beroerd.

Hoe zou een politicus kunnen verantwoorden dat hij een dergelijke egalitaire revolutie niet zou steunen? Hoe kan om het even welk systeem dat vrijheid en democratie predikt een dictator steunen tegen deze eisen in van de betogers en hun demografische samenstelling?

Aanhangers van de revolutie waren er snel bij om deze krachtige beelden te verspreiden. Deze beantwoorden nauwelijks aan de stereotypen gecreëerd door de wereldmedia en hun post-Koude-Oorlogsdiscours, waarin naties met een meerderheid aan moslims officieel de voormalige Sovjetstaten hebben vervangen als de ‘Andere' van het Westen. Het was precies dit verwerpen van identiteitsdenken dat noodzakelijk was om Mubarak ten val te brengen. Het was het ongeplande doel en het onuitgesproken akkoord om, door nadrukkelijk nietideologisch te zijn, de wereldleiders moreel te verplichten der evolutie te steunen.

Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van de Amerikaanse reactie tijdens die achttien dagen, wordt meteen duidelijk dat dit spontane, aan de basis ontsproten propagandaplan bijzonder doeltreffend was. In de vroege dagen van de revolutie weigerde de Amerikaanse vice-president Joe Biden Mubarak als een dictator te omschrijven, hoewel een eindeloos aantal internationale organisaties, inclusief Bidens eigen ministerie van Buitenlandse Zaken, Egypte veroordeelden vanwege zijn bijzonder zwakke mensenrechtenreputatie. President Obama zelf had eerder Egyptes corrupte dictator omschreven als een ‘vriend' en een ‘factor van stabiliteit'.

Enkele dagen later begon minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton te praten over ‘hervorming', maar nog niet over ‘verandering', toen ze commentaar gaf over wat er diende te gebeuren in Egypte in de periode die later bekend is geworden als een revolutie.

Naar het einde van de achttien dagen toe, veranderde de Obama-administratie haar toon drastisch. Mubarak was niet langer een ‘vriend' of een ‘factor van stabiliteit' en in plaats van ‘hervorming' werd er gepraat over onmiddellijk opstappen. “De transitie moet nu beginnen,” zei president Obama enkele dagen voor de val van de Egyptische dictator.

Het was, minstens ten dele, een gevolg van de kracht van het beeld. Als de minste hint van identiteitspolitiek zichtbaar was geweest op het Tahrirplein, dan zou Mubarak nu nog steeds aan de macht zijn met steun en hulp van de VS.

Als iemand dit revolutionaire festival had willen vergallen, zou de gemakkelijkste wijze geweest zijn de Israëlische of de Amerikaanse vlag te verbranden en Fox News de rest te laten doen. Men kan zich afvragen waarom Mubarak hier niet aan gedacht heeft.

De revolutie bereikte pas zijn kritische massa en keerpunt nadat duidelijk werd dat we niet méér vroegen dan de rechten die men in het Westen geniet. Wij zijn geen radicale islamisten.

Wij zijn niet antisemitisch. Wij zijn geen militante marxisten. We gebruiken Facebook net zoals u en we spreken net zo goed Engels als u. We passen niet in één van de door de media gecreëerde vooroordelen die u van ‘ons' hebt.

Dit was een klassiek geval van collectieve intelligentie. Ik twijfel er geen seconde aan dat de meeste betogers werkelijk in deze waarden geloven, maar het talent om de revolutie te promoten en te marketen zonder media-, reclame- of PR-plan is niets minder dan een daad van collectieve en spontane genialiteit.

Het addertje onder het gras

Een discours dat zich zo expliciet op deze ontegensprekelijk universele en nobele waarden beroept, kan toch geen weerstand opwekken?

Om de steun van de wereld te winnen, gebruikten de revolutionairen een politiek correct discours over vrijheid en democratie. Het probleem zit hem echter in de aard van het concept “discours.” Elk discours impliceert namelijk een kluwen van vaak onuitgesproken conceptuele relaties tussen objecten, concepten, symbolen, beelden, waarden en axioma's. Binnen een discours is een uitspraak over de ene waarde onlosmakelijk verbonden met een ander concept, dat op zijn beurt weer vasthangt aan een ander beeld, enzoverder.

Het is belangrijk zich bewust te zijn van dit “relationalisme” binnen elk discours, moreel systeem of waardenkader.

Binnen het discours van de liberale democratie in zijn neoliberale vorm bestaat er bijvoorbeeld een conceptuele relatie tussen het idee van “moderne, economisch gezonde natie” enerzijds en vrije handel en een gederegulariseerde economie anderzijds. Ideeën zoals zelfvoorziening,

welvaartsstaat, een betere verdeling van de welvaart, en maatregelen om de nationale industrie te beschermen worden allemaal als verouderd bestempeld. Ze worden niet meer toegestaan. Ze zijn kortweg geen onderdeel van het discours waarin we ons ingeschreven hebben. De Amerikaanse filosofe Judith Butler beschrijft discours dan ook als “de grenzen van wat aanvaarbaar is om gezegd te worden, de grenzen van de mogelijke waarheid”.

Het concept van relationalisme helpt ons te begrijpen wat er nu verkeerd zou kunnen zijn met een discours van vreedzame protesten, egalitarisme, technologisch determinisme, enzovoort. Velen in Egypte zijn akkoord met de waarden die vandaag als westers worden beschouwd, zoals gendergelijkheid, algemeen stemrecht, vrijheid van religie, enzovoort.

Anderzijds weigeren velen het westerse liberale democratische model te erkennen als de enige geldige manier om landen te besturen en een samenleving te doen functioneren. Ze willen het niet kritiekloos en blindelings overnemen zonder ervoor te zorgen dat het beantwoordt aan de ei genheden van de natie, in het bijzonder wanneer het economische luik een ernstige hypotheek legt op de mogelijkheid voor arme families om brood op de plank te brengen.

Een diplomatiek telegram, getiteld Volgende stappen om de democratie in Egypte vooruit te helpen, gelekt en gepubliceerd door Wikileaks, somt op hoe ogenschijnlijk louter humanistische waarden vaak gekoppeld zijn een economischeagenda.

“USAID's nieuwe programma Rechtvaardigheid voor families zal NGO's engageren om het publiek meer bewust te maken van de wettelijke rechten van vrouwen en kinderen, alsook de wettelijke diensten die beschikbaar zijn voor deze achtergestelde groepen. Deze inspanningen zullen ook stuiten op reactionaire kritiek in de trant van ‘omkoping' en ‘bemoeienis'”, leest men in het Amerikaanse diplomatieke telegram.

De zin die onmiddellijk volgt op deze ogenschijnlijk altruïstische bezorgdheid voor Egyptische achtergestelde groepen luidt: “[We moeten] erkennen dat economische hervormingen democratische hervormingen aanvullen: we moeten het Vrijhandelsakkoord nieuw leven inblazen en advies uitbrengen aan het Congres bij de eerstvolgende politieke opening.”

We leven in een periode van volatiliteit die deels het resultaat is van een te grote aanpassing aan het westerse economische en politieke model. Egypte is bedolven onder een torenhoge schuld en is op een systematische manier verarmd door corrupte privatiseringsschema's en slechte arbeidsomstandigheden.

Als we hier kritiek op uiten, betekent dit niet dat we tegen vrouwen- of minderhedenrechten zijn. Deze kritiek past niet gemakkelijk binnen het politiek-economische discours van de westerse liberale democratie zoals verwoord in het telegram, dat zichzelf het monopolie op dergelijke waarden toemeet.

Het westerse model is immers hét model geworden, omdat politieke en militaire macht geconcentreerd is in het Westen.

Sinds de revolutie heeft Egypte vrije en eerlijke verkiezingen beleefd, maar deze hebben alleen een inefficiënt parlement en inefficiënte opeenvolgende kabinetten opgeleverd. Dit bewijst dat verkiezingen en een ornamentele liberale democratische structuur niet per definitie de levens van tientallen miljoenen arme en gemarginaliseerde Egyptenaren zal verbeteren.

In tegendeel, de kans is zelfs groot dat hun situatie zou verslechteren.

De te grote nadruk op verkiezingen (de hoeksteen van een liberale democratie) gaf macht aan partijen en groepen die over enorme middelen beschikken. Deze stelden hen in staat om campagne te voeren en sociale netwerken te bouwen in zowel rurale gebieden als stedelijke centra.

Dit is duidelijk in het geval bij de Partij van Vrijheid en Rechtvaardigheid van de Moslimbroeders, die wordt gefinancierd door een klasse van zakenmannen-miljardairs en die erin slaagde om 47% van de parlementszetels en het presidentschap te winnen. De rijkste man van Egypte, Naguib Sawiris, slaagde er eveneens in om slechts enkele maanden na de oprichting van een politieke partij 15% van de zitjes in het parlement te behalen, ook dankzij zijn miljarden.

Deze verkozen politici hebben hard opgetreden tegen stakingen, weigerden een minimumloon op te leggen in weerwil van een gerechtelijke beslissing, en maakten geen haast bij het uitoefenen van druk op Europese regeringen om Mubaraks activa terug te geven en een deel van Egyptes zware schuld kwijt te schelden.

In plaats daarvan lenen ze geld van het IMF en andere kredietverstrekkers, wat een verwoestend effect kan hebben op de toekomst van de Egyptische economie. Erger nog, dit is de toekomst van Egyptenaren die worden opgezadeld met een schuld voor geleend geld dat ze zelf niet eens hebben kunnen uitgeven en waarvan ze niet hebben kunnen genieten. Als op schulden gebaseerde groei de toekomst van de welvarende Europese Unie op het spel zet, dan kan men zich inbeelden welk verwoestend effect dit kan hebben op arme ontwikkelingslanden.

Dit alles gebeurt terwijl andere bronnen voor de financiering van publieke uitgaven en de beperking van het begrotingstekort duidelijk voorhanden zijn.

Wist u dat bronnen dicht bij de Wereldbank schatten dat meer dan $132 miljard uit Egypte verdween tijdens het bewind van Mubarak? Wist u dat belastingsachterstallen in Egypte 65 miljard Egyptische pond bedragen? Wist u dat de grootste bedrijven in Egypte slechts 0,5% betalen, zelfs al verdienden ze miljarden nettowinsten ingevolge belastingsvrijstellingen (of beter gunsten) speciaal ontworpen voor bedrijven die dicht bij het voormalige regime stonden?

Wist u dat het Verenigd Koninkrijk weigert de activa van het Mubarak-regime te bevriezen hoewel de een sanctielijst had uitgevaardigd die de activa van mensen die tot het voormalige regime hoorden bevriest? Wist u dat Egypte een hoogste belastingsaanslag van 20% heeft, wat betekent dat een familie die 1000 dollar per maand verdient evenveel moet betalen als een zakenman die dat bedrag op een minuut binnenrijft?

Wist u dat als u 420 Egyptische pond (50 Euro) per maand verdient, u op 10% wordt belast terwijl sommige ondernemingen die miljoenen verdienen 0,5% betalen door belastingsmanipulatie? Zelfs de meest kapitalistische economieën hebben een progressieve belasting. De Verenigde Staten bijvoorbeeld, hét bastion van het kapitalisme, hebben een hogere belastingsaanslag van 35%.

Nog steeds zijn er verkozen islamistische parlementsleden die de IMF-narratieven herhalen en spreken over buitenlandse directe investeringen en BNP-groei als een wondermedicijn voor al onze politieke, sociale en economische problemen.

Daarbij vertonen ze een schokkend gebrek aan creativiteit en een onvermogen om buiten de lijnen van de IMF-aanbevelingen te denken. Het is het vermelden waard dat we in de jaren voorafgaand aan de revolutie getuige waren van één van Egyptes grootste economische groeiperiodes en buitenlandse directe investeringen in zijn moderne geschiedenis.

Tegelijkertijd bereikten sociale frustratie en politieke onrust hun hoogste peil uit de recente geschiedenis. Als groei en sociale vrede al niet omgekeerd evenredig zijn, dan kan men ten minste stellen dat ze zeker niet direct evenredig zijn.

Dit is hoe discours gerelateerd is aan macht en media. Het bouwt een raamwerk van wat acceptabel, legitiem en juist is, en is zodanig dwingend dat het mensen niet toelaat om buiten dit kader te denken, spreken en handelen. Zelfs als de vrijheid om buiten dit raamwerk te opereren technisch gezien bestaat, dan mag men zich verwachten aan pasklare beschuldigingen als ‘islamitisch extremisme', ‘links radicalisme', ‘antisemitisme' of ‘afgunst voor de rijken'.

In een wereld die nog steeds lijdt aan een postkoloniale kater, beschrijven deze woorden van Jean-Paul Sartre, hoewel geschreven in 1961, nog steeds adequaat de keuze van de hedendaagse ‘Oriënt' tussen algehele aanvaarding of verwerping van het westerse modernisme:

“Hun schrijvers en dichters hebben met ongelooflijk geduld geprobeerd ons uit te leggen dat onze waarden slecht strookten met de werkelijkheid waarin zij leven, dat zij deze niet volledig konden verwerpen, maar ook niet helemaal konden aanvaarden. Grof gezegd bedoelden ze: ‘u maakt van ons gedrochten: uw humanisme geeft ons een universele waarde, maar uw racistische praktijken verbijzonderen ons.'”

Author

  • Osama Diab

    Osama Diab is an Egyptian-British journalist and blogger who lives between his two favourite metropolises: Cairo and London. He writes about the religious, social, political and human right issues of and the Middle East

For more insights

Sign up to receive the latest from The Chronikler

We don't spam!

For more insights

Sign up to receive the latest from The Chronikler

We don't spam!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

error

Enjoyed your visit? Please spread the word